Speerpunten Vrijeschool Castricum
Vrijeschool Castricum biedt vrijeschoolonderwijs zoals het overal ter wereld gebeurt én met eigen speerpunten: bewegen, buitenonderwijs en muziek. Deze zijn meegegeven door de ouders die de school hebben opgericht.
1. Buitenonderwijs
Het vrijeschoolonderwijs hecht veel waarde aan de wijsheid van de natuur en de dynamiek van de seizoenen. De seizoensgebonden jaarfeesten zorgen voor een besef van het jaarverloop en verbondenheid met de natuur.
De unieke ligging nabij bos, duin en zee van vrijeschool Castricum nodigt uit om naar buiten te gaan. Tijdens het buitenonderwijs ervaren de kinderen de seizoenen en volgen ze de ontwikkelingen in de natuur. In bos en duinen en buiten op het natuurspeelplein is van alles te zien en beleven.
De kinderen zijn dagelijks buiten, ook bij regen, wind en kou. Goede buitenkleding is daarom belangrijk.
Wekelijks op woensdag zijn de klassen op buitendag. Dan is het natuurgebied van PWN het klaslokaal. Er wordt aan verschillende doelen gewerkt op het gebied van plantkunde, aardrijkskunde, burgerschap en bewegingsonederwijs.
De natuur biedt veel les- en spelmateriaal. In het beleven van en leren over de natuurlijke kringloop krijgen de kinderen mee dat we onderdeel zijn van een groot geheel. We leren de kinderen van de wereld te houden zodat ze er later goed voor willen zorgen.
Ons speelplein is ook een plek voor onderwijs. Je kunt er in het groot doen wat je in de klas in het klein doet. Een landkaart tekenen, een rekenparcours of werken aan motorische vaardigheden.
Dankzij onze ouders is er een schooltuin aangelegd waar in klas 3 tuinbouwlessen worden gegeven. Zaaien en oogsten, verzorgen, samenwerken, wroeten en spitten, geduldig afwachten en verrast worden door wat er tevoorschijn komt.
2. Beweging
Goed in je vel zitten is voorwaarde om goed te kunnen leren. In de vrijeschool is er veel kennis over hoe je kunt werken aan de verschillende voorwaarden. In de kleuterklas is het aanbod gericht op verschillende vormen van spel waarin zinvol bewegen aandacht krijgt. In de onderbouw is er ook veel beweging tijdens de lessen en werken we met het concept van de bewegende klas. Daarin maakt het meubilair veel bewegen mogelijk. Kinderen zitten vanaf klas 1 niet op stoeltjes achter tafels, maar hebben een zitkussen en delen een houten bank. Er zijn verschillende opstellingen mogelijk: een kring, frontaal naar het schoolbord, losse groepjes of een parcours waar de kinderen klimmen, balanceren, klauteren en glijden. Dat helpt kinderen aan te komen bij zichzelf, evenwicht te oefenen, samen te werken en gericht te bewegen. De opstelling volgt de inhoud van de les. In een handomdraai is de klas omgebouwd door de kinderen zelf. De kinderen zitten nooit lang in dezelfde houding en met de bankjes aan de kant. De open ruimte wordt gebruikt voor verschillende spel- en werkvormen.
Vanaf klas 4 verandert het meubilair naar krukken en zit-statafels die verrijdbaar zijn. Zo is de opstelling nog steeds makkelijk te wisselen en kunnen we ook in de hoge klassen bewegend blijven werken.
Een bewegende klas maakt een vierkante klas rond; iedereen zit vooraan en kan elkaar zien en ervaren. Dit versterkt het groepsgevoel. De kinderen kijken niet alleen naar de leerkracht, maar ook naar elkaar. De bewegende klas stimuleert de creativiteit van de leerkracht in het gebruik van nieuwe werkvormen.
Het maakt de overgang makkelijker van de kleuterklas, waar vrij bewegen en spelen de norm is, naar klas 1 waar kinderen beginnen met het meer schoolse leren.
3. Muziekonderwijs
Muziek kan de wereld veranderen omdat het mensen kan veranderen. Muziek maakt slim en gelukkig en werkt verbindend. Samen harmonieus klinken, naar elkaar leren luisteren, een ritme vinden, bij je eigen stem blijven in een canon of meerstemmig lied; het zijn belangrijke ervaringen die in overdrachtelijke zin veel betekenen voor het leren en ontwikkelen in het verdere leven. In onze school wordt dagelijks gezongen, zowel in de eigen klas als met de klassen samen tijdens koorzang. Ons muziekonderwijs is nog in ontwikkeling.